Volgens mij klopt de aanname niet dat scholen niet innovatief zijn. Overal wordt geïnnoveerd. Op initiatief van gedreven leraren, visionaire schoolleiders, bestuurders die de urgentie ervan voelen. Steeds met als doel de kracht uit het verleden te behouden en te vernieuwen vanuit het heden. Doorgaans worden innovaties gestart vanuit inhoudelijke opvattingen over beter onderwijs en gedragen door de schouders van enkelen in de organisatie. Daar zit de kracht en meteen de kwetsbaarheid. In de praktijk zie ik de mooiste ideeën vaak na lange tijd nog sneuvelen. Soms omdat de initiatiefnemers ermee stoppen. Of omdat de organisatie zich onvoldoende mee heeft ontwikkeld met de innovatie. Er is verzuimd om te bouwen aan een vitale coalitie van medewerkers die een innovatie omarmt. En er is te lang gestuurd op inhoud en te weinig op het proces om een innovatie de nieuwe praktijk te laten worden.
Ik vermoed dat er beperkte kennis in scholen is over hoe leiding te geven aan innovaties. (Dat is overigens de belangrijkste motivatie om De Ruimte te starten.) We zijn dol op bevlogen gesprekken over de inhoud van een innovatie, we schuwen de processen om innovaties impactvol in de organisatie te verankeren.
Hoe geef ik als schoolleider innovatieve initiatieven een podium vanuit een groter richtinggevend verhaal? Hoe bied ik een helder kader zonder de uitkomsten voor te schrijven? Hoe bouw ik aan zo’n vitale coalitie? Hoe geef ik ruimte aan autonomie en vertrouw ik op verantwoording en resultaten?
Enkele vragen die ertoe doen in scholen. De initiatiefnemers van innovaties hebben recht op de antwoorden.